Synoniemen zoeken
Synoniem van zwak
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
Synoniemen Handboek
Jef Anthierens (1998)
Zwak
Gezegde(s):
• van de koude grond
• met een strootje te verleiden
• geen poot hebben om op te staan
• hij heeft geen hand om een vuist te maken
• hij heeft geen hoofd om door het raam te steken
• met een natte vinger te lijmen
• hij is de baas in het kippenhok als de haan er niet is
• niets te makken hebben
Synoniemen Handboek Spreekwoorden
Gedigitaliseerd Ensie (1998)
Zwak
Spreekwoord(en):
• korte benen maken de weg lang
• de geest is gewillig, maar het vlees is zwak (Matt 26:41)
• 't zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen
• ook de zon heeft vlekken
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Zwak
Krachteloos heeft de beteekenis van geheel zonder kracht of van alle kracht beroofd; zwak die van niet sterk, onge¬schikt om veel tegenstand te bieden. Zwak ijs, eene zwakke vesting, eene zwakke gezondheid. Krachteloos, als het sterkere, kan dus in sommige ge¬vallen of in het geheel niet, óf niet zonder wijziging van het begrip door zwak vervangen worden, b.v. in eene wet krachteloos maken, een krachte¬loos bewijs.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
zwak
zwak - bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord
1. zonder veel kracht
♢ ze kan dat niet tillen, ze is nog erg zwak
1. een zwak argument
[niet overtuigend]
2. zwak staan
[er zo voor staan dat je gemakkelijk kunt verliezen]
3. het zwakke geslacht
[de vrouwen]
2. niet tegen veel bestand
♢ zij heeft een zwakke gezondheid
1. een zwakke maag hebben
[die geen zwaar voedsel verdraagt]
2. in een zwak moment (ogenblik)
[waarin niet voldoende aan de gevolgen gedacht is]
3. het vlees is zwak
[wordt gezegd als iemand geen weerstand kon bieden aan een verleiding]
3. niet bedreven, onbekwaam
♢ deze leerling is zwak in wiskunde
1. een zwakke broeder
[iemand die niet goed kan meekomen op school]
4. wat moeilijk waar te nemen is
♢ de zieke had een zwakke stem
1. klein tekort in iemands karakter
♢ het is een zwak van Diederik dat hij geen nee kan zeggen
Algemene uitdrukkingen:
1. een zwak werkwoord
[dat geen klinkerwisseling heeft in de verleden tijd]
Bijvoeglijk naamwoord: zwak
... is zwakker dan ...
het zwakst
de/het zwakke ...
iets zwaks
Zelfstandig naamwoord: zwak
het zwak
Synoniemen
broos
Tegenstellingen
drastisch, ingrijpend