Synoniemen zoeken
Synoniem van sukkelen
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Sukkelen
Zijn tijd slecht besteden of met zijn werk niet vorderen. Het eerste ge¬deelte dezer bepaling slaat op beuzelen, het tweede gedeelte op de drie laatste woorden, terwijl in futselen zoowel het begrip ligt van zich bezig houden met een nietigheid, als dat van zeer traag, niet doortastend, arbeiden. Wie beuzelt verspilt zijn tijd (of zijne woorden: beuzelpraat) aan nietigheden; wie talmt, treuzelt en sukkelt, houdt zich wel bezig met degelijke werk¬zaamheid, maar schiet er niet mee op. De talmer stelt uit, de treuzelaar maakt geen spoed, de sukkelaar wil wel, maar kan niet. Hij talmde lang eer hij begon, en treuzelde vervolgens zoodanig, dat ik hem voor een rechten sukkelaar zou gehouden hebben, als ik hem niet beter gekend had.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
sukkelen
sukkelen - regelmatig werkwoord
uitspraak: suk-ke-len
1. vaak ziek zijn of last van je gezondheid hebben
♢ opa sukkelt nogal de laatste tijd
2. langzaam en moeilijk vooruitkomen
♢ oma sukkelde naar huis achter haar rollator
Regelmatig werkwoord: suk-ke-len
ik sukkel
jij/u sukkelt
hij/zij sukkelt
wij/zij/jullie sukkelen
ik/jij/u/hij/zij sukkelde
wij/zij/jullie sukkelden
hij heeft gesukkeld
de/het/een gesukkelde ....
sukkelend, sukkelende