Mensch. Proprium hominis est, esse animal rationale, s. THOMAS, SUM. c.
GENT. in, 39, Wat den mensch eigen is komt hierop neer, een redelijk dier te zijn. — Homo ... est quod vere est animal, s. THOMAS, SUM. C. GEKT. 1, 26, De mensch is dat wat waarlijk het dierszijn behelst. — Homini, in eo quod est homo, convenit rationale et animal et alia quae in eius definitionem cadunt, s. THOMAS, DE ENTE ET EssENTiA, c. 4, Een mensch komt het, in zoover hij mensch is, toe, én redelijk wezen én dier én dat alles te zijn wat bij de bepaling van ejjn wetten hoort. — homo ... est optimum animalium, si perficiatur in eo virtus, ad quam habet inclinationem naturalem, S. THOMAS, COMM.
IN I POLITIC. LECT. I, Wanneer in hem de deugd waartoe hij een natuurlijke neiging heeft vervolmaakt wordt, dan is de mensch het voortreffelijkste onder de dieren. — Si sit sine lege et iustitia, homo est pessimum omnium animalium, s. THOMAS, COMM. IN I POLITIC. LECT.
I, Zonder wel en rechtvaardigheid is de mensch het kwaadste onder alle dieren. — Alia animalia quodam naturali instinctu ad suos actus aguntur, homo autem rationis iudicio in suis actionibus dirigitur, s. THOMAS, COMMENT. IN 1 ANAL. POST. LECT. I, N° I, Andere dieren worden door een natuurlijken aandrang tot hun handelingen gedreven, de mensch echter wordt bij zijn handelingen door het oordeel van de rede geleid. — Non ... homo a natura sua es set sufficienter institutus, si non haberet in seipso principia quibus posset operationem complere, quae est intellegere, S.
THOMAS, COMMENT. IN III DEANIMA LECT. 10, De mensch zou niet van nature volkomen uitgerust zijn, indien hij niet in zich de beginselen had om die verrichting die we het inzicht noemen, te voltrekken. — Quidquid convenit homini, in quantum est homo, praedicatur de Socrate, s. THOMAS, DE ENTE ET ESSENTIA, C. 4, Alles wat een mensch als mensch toekomt wordt van Sokrates gezegd. — Plantae sunt propter alia animalia, quia ex eis nutriantur, alia animalia sunt propter homines, s. THOMAS, COMM. IN I POLITIC. LECT. 6, De planten zijn er om de dieren, deze namelijk vinden er hun voedsel, de dieren echter zijn er om de menschen. — Homo animalis, Dierlijk mensch. Homo carnalis, Vleeschelijk mensch. Homo privatus, Privaatmensch. Homo spiritualis, Geestelijk mensch.
