Gepubliceerd op 21-06-2017

Verkeerd

betekenis & definitie

1. iets -s gegeten hebben, lesbisch geaard zijn. Ironisch gebruikt. Slanguitdr.

2. van de-e kant/richting, eufemistische uitdr. voor ‘homoseksueel’. Soms schertsend van de verkante keer. Verkeerd wijst hier naar het tegennatuurlijke. Al aan het eind van de 19de eeuw werd dit woord gebruikt in de bet. ‘homoseksueel’. Men spreekt ook wel over de verkeerde liefhebberij of over de verkeerde natuur. "Er bestaat overigens een gelijkaardige uitdr. in het Spaans: serdel bando contrario, en in het Engels: to swing the other way.

U bent van de verkeerde kant, zei hij ernstig. Hans Plomp: De ondertrouw, 1968

Voor hem was die evangelist van de verkeerde kant. (Heere Heeresma: Geef die mok eens door, Jet!, 1968)

Wat Thailand voor de gewone geilaard betekent, is Sri Lanka voor geilaards van de verkeerde kant. (J.A. Deelder: Modern Passé, 1988)

Ik zeg: ’t is wel ’n zonde dat die kerels van de verkeerde kant benne, want der zitten stukke bij, hoor. (Albert Mol: Haar van boven, 1988)

Hij had in een of ander blaadje eens een lijstje historische figuren zien staan, van wie met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid vast stond dat ze van de verkeerde kant waren. (Rijk de Gooijer en Eelke de Jong: The best of Koos Tak, 1988)

Had ik dan moeten verraden dat Arend van de verkeerde kant was? (Maarten ’t Hart: Het woeden der gehele wereld, 1993)