verkeerd
...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st, meest —), 1. niet in de juiste richting; niet de goede zijde tonend, resp. aan, met die kant, omgekeerd, averechts : zijn kousen verkeerd aantrekken, met de binnenkant buiten; je houdt het verkeerd; dat is het verkeerde eind; (fig.) het bij het verkeerde eind hebben, een onjuiste mening toegedaan...
Marc De Coster (2020-2024)
1) (1984) (euf.) homoseksueel. Zie ook: verkeerde kant; verkante keer. • Ik wilde zogenaamde bordeelsluipers, van die suède schoenen die volgens mijn broer alleen werden gedragen door mannen die ‘verkeerd’ waren. (Theodor Holman: Een lekker leven. 1986) • (Arendo Joustra: Homo-erotisch woordenboek. 1988) • (Hanne...
Wiktionary (2019)
verkeerd - Bijvoeglijk naamwoord 1. op onjuiste wijze ♢ Hij was de verkeerde straat ingereden. verkeerd - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van verkeren Woordherkomst Naamwoord van handeling van verkeren. Uitdrukkingen en gezegden ♦ Aan het...
Muiswerk Educatief (2017)
verkeerd - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ver-keerd 1. zoals het niet moet ♢ je pakt het verkeerd aan 1. iets verkeerd begrijpen [anders opvatten dan het bedoeld is] ...
Marc de Coster (1998)
1. iets -s gegeten hebben, lesbisch geaard zijn. Ironisch gebruikt. Slanguitdr. 2. van de-e kant/richting, eufemistische uitdr. voor ‘homoseksueel’. Soms schertsend van de verkante keer. Verkeerd wijst hier naar het tegennatuurlijke. Al aan het eind van de 19de eeuw werd dit woord gebruikt in de bet. ‘homoseksueel’. Men spreekt ook wel over de verk...
Fa. A.J. Osinga (1952)
adj. & adv., forkeard, mis; (slecht), kwead, tsjoed; een zaak — aanpakken, de hynders earsling foar de wein slaen; -e paden gaan, op forkearde wetters fiskje; — lopen, op ’e non, út ’e liken rinne, yn ’e gersdunen gean; het moet — gaan, it kin gji...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: