Wat is de betekenis van Ironisch?

2024-12-07
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-12-07
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ironisch

ironisch - Bijvoeglijk naamwoord 1. iets in een merkwaardig of lachwekkend daglicht stellend Zijn ironische opmerking maakte het moeilijk ons gezicht in de plooi te houden. Woordherkomst Afgeleid van ironie met het achtervoegsel -isch. Synoniemen spottend Verwante begri...

2024-12-07
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ironisch

ironisch - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: i-ro-nies 1. met grappig doen iemand belachelijk makend ♢ wie ironisch spreekt, zegt vaak het tegendeel van wat hij vindt 1. ironisch glimlachen [met een...

2024-12-07
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Ironisch

spottend

2024-12-07
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Ironisch

bedekt spottend, irradiatie, uitstraling van pijn; optisch bedrog, waardoor lichte voorwerpen tegen donkere achtergrond groter schijnen dan ze zijn en omgekeerd

2024-12-07
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Ironisch

ironisch, spottend.

2024-12-07
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-12-07
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ironisch

bn. bw., spotachtig, sarcastisch schamper.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-12-07
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

ironisch

fijn schertsend, spottend.