Gepubliceerd op 21-06-2017

Tyfus

betekenis & definitie

1. in samenstellingen als tyfusweer; tyfuswijf enz. bet. tyfus- ‘erg vervelend, slecht, onaange-naam’. Syn. zijn: kanker; pokke; tering enz.

‘Wel wel wel’, zei hij soms, of‘tyfushoer’ of‘gemengd geteisem’ of‘vuile plompzakker’... (Rinus Ferdinandusse: De brede rug van de Nederlandse maagd, 1968)

Wat een ongelooflijk tyfusweer... (Gerard Reve: Een circusjongen, 1975)

Wacht maar tiefuswijf! (Vrij Nederland, 12/10/85) Tyfuswijf, heeft ze net wat d’r toekomt! (Marjan Berk: De zelfvergrootster, 1986)

En dan heb je van die tyfushippies die je dan vragen wat fucking rotten wel betekent. (Oor, 22/02/86)

... omdat ik dan alleen maar weer moet denken aan die kankerzooi, aan die tyfustroep. (René Appel: Spijt, 1989)

2. als de in hoge mate. Gebruikt ter intensivering. Syn. als de nete(n); als de pieten.

... zo gelukkig als de tyfus. (Arie B. Hiddema: Kassa, 1971)

3. de - hebben/krijgen aan iemand, aan hem of haar een hekel hebben, krijgen. Slang.

... op de duur kregen ze allemaal de tiefus aan dat wijf. (Jan Cremer: De Hunnen. Deel III, Vrede, 1983)

4. iemand de - schoppen, hem verrot schoppen. Vulgair slang.

... ’k schopje de tyfus! (Simon Vestdijk: Op afbetaling, 1952)

5. krijgde-, platte verwensing: val dood; stik. Nog krachtiger is krijgde touwtyfus (dan kun je rafelen). Bij ons is het taboe op ziekten nog erg ingeburgerd, vandaar het groot aantal verwensingen met allerlei ziekten en afwijkingen:

krijgde kelere/klere/kolere; krijg de koorts; krijgde pest; krijgde pip; krijgde pleuris; krijgde pokken; krijg het schurft; krijgde tering; krijg het lazarus/lazerus enz.

Toni zei: ‘Weetje wat jij kan, Pierre? De tyfus kan je krijgen.’ (Hugo Claus: Het jaar van de kreeft, 1972)

Krijg allemaal de fietse-tiefes. (Ben Borgart: Buiten schot, 1975)

Krijg de tyfus! (Vrij Nederland, 12/04/86)

Die achterlijke lijp wou allenig weten wat we vroege! Krijg de tiefus, niet dan? (Nieuwe Revu, 10/10/91)

Als de maat niet goed was, kon ze ook de tyfus krijgen. (Henk Verhaeren: Zee, 1992)

‘Krijg maar de tyfus!’ riep Rico. (Rascha Peper: Risico’s Vleugels, 1993)

6 zich de - schrikken/werken enz., erg hard schrikken, werken enz. Tyfus wordt hier gebruikt ter intensivering.

... arme volkeren beginnen zich zo jong mogelijk de kanker te roken en de tyfus te zuipen. (Bert Hiddema: Ik loop, 1982)

Als de man met de snor komt moeten we ons de tyfus werken. (Armando: De straat en het struikgewas, 1988)

Omdat ze zich hier de tyfus vervelen... (Jan Cremer e.a.: De liefdes van Jan Cremer, 1988)

Hij blaast zich weliswaar de tyfus, maar in principe heeft hij in Nederland het grootste geluid. (De Volkskrant, 05/06/92)

... wantje zweet je in die zaal de tyfus en je hebt écht dorst. (Elsevier, 18/02/95)