Wat is de betekenis van Pip?

2024-04-19
Vergeetwoord

Redactie Ensie (2023)

pip

"Pip" is een package management systeem dat wordt gebruikt om softwarepakketten te installeren en beheren die in Python zijn geschreven. Het staat voor "Pip Installs Packages" of "Pip Installs Python". Het maakt het eenvoudig voor Python ontwikkelaars om softwarebibliotheken en afhankelijkheden te beheren.

2024-04-19
WhatsApp woordenboek

redactie Ensie (2023)

PIP

Picture in Picture

2024-04-19
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

pip

snotziekte. ziekte bij pluimvee en vogels, waarbij zich dik slijm afscheidt in de neusholte; snotziekte. Voorbeelden: In sommige Italiaanse regio's heerst de pip waardoor zeven miljoen vogels zijn omgekomen. http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:C:2001:026E:0068:0069:NL:PDF, 2000

2024-04-19
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

pip

(zn) snot (kippenziekte) EK.

2024-04-19
Financieel Woordenboek

Frits Conijn & R.M. van Poll (2003)

pip

pip - Engelse term voor de kleinste eenheid van koersverandering in een valuta. Een pip, of in het Nederlands een punt, is de verandering in het vierde cijfer achter de komma.

2024-04-19
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

PIP

PIP - (acron. van parallelle inkomenspremie), zie tweede citaat. Met de opbrengst van de PIP moet een kabinet waaraan de PvdA deelneemt eenmalige projecten bekostigen die leiden tot opdrachten voor de particuliere sector. de Volkskrant, 03-09-87 Pip. Eénhonderste cent. De kleinst gehanteerde eenheid in de valutahandel. Pieter Kort: Bisnisbabbel. G...

2024-04-19
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Pip

krijg de - platte verwensing. De aangesprokene wordt de bekende kippenziekte toegewenst. Het eerste citaat geeft een schertsende variant. Krijg de pips in je onderbroek, nierich! (Israël Querido: Levensgang, 1901) Krijg de pip, wat laatje me schrikken! (Harry Mu- lisch: De verteller, 1970) ... en Kohl kraait ook wat, en Bakker zegt dat ze allema...

2024-04-19
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

pip

Een ziekte van hoenders en andere vogels, waarbij zich een dik slijm afscheidt in de neusholte en soms ook de tong verhard wordt. Een andere naam is snotziekte. In sommige delen van het taalgebied is pip ook de volksbenaming voor de griep, voor kroep of keelontsteking. Dikwijls werd de ziekte opgevat als een ernstige ziekte, die een d...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Pip

[v. Lat. pituita = slijm, snot, pip; verwant met spuere = spuwen] bep. pluimveeziekte.