tussen de -, gezegd van een optreden in beperkte kring, dus niet voor het grote publiek, en vandaar ook betekenend ‘niet professioneel, amateuristisch’. Deze modieuze uitdr. ontstond in de jaren tachtig.
Mijn broer Tim en ik zongen altijd tussen de schuifdeuren op feestjes. (Muziek Express, oktober 1988)
... een artiest die ooit is begonnen tussen de schuifdeuren, moet deze mijden als de pest. (Jos Brink: Spaghetti met stokjes, 1989)
Afgezien van The Nolans, die Richie Rich op vuiligheid betrappen, treden er ditmaal ook geen popgroepen tussen de schuifdeuren op. (Oor, 22/04/89)
Ik wilde het wel maken. Ik vond en vind toneelspelen buitengewoon leuk - maar niet tussen de schuifdeuren. (Nieuwe Revu, 06/09/90)