mijden
mijden - Werkwoord 1. (ov) ontwijken, trachten niet in aanraking te komen met iets of iemand ♢ Jij mijdt hem al jarenlang als de pest, wat is er toch aan de hand?
Wiktionary (2019)
mijden - Werkwoord 1. (ov) ontwijken, trachten niet in aanraking te komen met iets of iemand ♢ Jij mijdt hem al jarenlang als de pest, wat is er toch aan de hand?
Muiswerk Educatief (2017)
mijden - onregelmatig werkwoord uitspraak: mij-den 1. uit de weg gaan, niet willen ontmoeten ♢Nymfa heeft haar ex-man steeds gemeden Onregelmatig werkwoord: mij-den ik mijd jij/u mijdt ...
Fa. A.J. Osinga (1952)
v., mije; een plaats —, earne in houn giseljen sjoen hawwe, earne ôfgisele wêze, earne (in) spoek sjoen hawwe.
Van Dale Uitgevers (1950)
(meed, heeft gemeden), 1. (van plaatsen) er niet komen; thans nog in de spreekt.: sedert weken heeft hij mijn huis gemeden; 2. zijn best doen om ergens niet te komen: je moet de plassen wat mijden; 3. aan iets (trachten te) ontkomen: alle mogelijke aandoeningen moesten gemeden worden; 4. iem. ontwijken of trachten te ontwijken, uit d...
M. J. Koenen's (1937)
meed, heeft gemeden; trachten ergens niet te komen; uit de weg gaan voor; ontwijken: het kwade mijden; slechte gezelschappen mijden; iems. huis mijden; verg. vermijden; refl. (Z.-N.) zich voor iem., iets mijden, hoeden.
Jozef Verschueren (1930)
('mijdən) (meed, meden; heeft gemeden) I. 1. zijn best doen om er niet te komen : een huis, plaats, slechte gezelschappen -. Syn. vermijden, vlieden. 2. eraan ontkomen : klippen weten te -. 3. eraan trachten te ontkomen : moeilijkheden -. 4. zich onthouden : lijdt en mijdt. 5. trachten zich eraan te onttrekken : hij mijdt met hem te spreke...
J.Pluim (1911)
van den Germ. wt. mith = falen, niet treffen, ver van iets blijven. De laatste bet. is thans de gewone.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: