Gepubliceerd op 21-06-2017

Piet

betekenis & definitie

luis, in de volgende uitdr.

1. als de -en,in hoge mate; erg. Syn. als de nete(n).Informele uitdr.

Nou, dat was een linke bissenis, want die kast kraakte als de pieten. (Yvonne Keuls: Het verrotte leven van Floortje Bloem, 1982)

De hele provincie Limburg is zo corrupt als de pie- te... (Trouw, 29/10/93)

2. krijg de-en,loop naar de duivel; je kunt de pot op. Letterlijk ‘je kunt voor mijn part luizen krijgen’. Platte verwensing.

En nu ik uit de voeten kan, kun je, wat mij betreft, de pieten krijgen. (H. van Aalst: Onder martieners en bietsers, 1946)

3. ruilen? een - tegen een bullebak,schertsend gezegd tegen iemand die in zijn neus zit te peuteren. Huiselijk cliché. Syn. als je boven bent, plantje dan een vlaggetje/stuurje dan een kaartje/te- legram.