uitroep van afwijzing. Ook aan mijn nevernooitniet-, ammenooitniet. Vooral Rotterdams.
De wereld is voor Kruyf één grote Slingemarkt, zoals de Slingemarkt - omgekeerd - één grote wereld is. Dat uit zijn hoofd praten, dat lukt je niet. Nevernooitniet. (Vrij Nederland, 09/10/93)
nicht: een - als een huis/kathedraal/paard,
een homo die uitdrukkelijk voor zijn homoseksualiteit uitkomt, die zich erg nichterig gedraagt. Vgl. ook... als een paard.
Het woord nigt werd al aan het begin van de 18de eeuw door ‘sodomieten’ gebruikt, zij het als geheimtaal. Stilaan werd het ook een scheldwoord voor ‘homo’. Het raakte pas meer ingeburgerd in de jaren zestig. Tegenwoordig is het zelfs een geuzennaam geworden onder homofielen. Het eerste woordenboek waarin de term vermeld wordt, is dat van Rouke G. Broersma: Rechtvoorz’n Raap.Jar- gonboek voor hippe en andere vogels (1970). Al gauw doken er allerlei samenstellingen op: nichtenkit; nichtenmoeder, nichtenrock enz., als-mede het adjectief nichterig.
Quentin Crisp is het schoolvoorbeeld van wat in goed Nederlands een nicht als een kathedraal heet. (Haagse Post, 06/12/86)
Daarna gaf ik een vreselijke gil die Polly en Sirius de gang op deed komen. Die schrokken er niet van en bestudeerden zeer geïnteresseerd Lideke’s kut; Sirius - toch een nicht als een huis - stak er bijna zijn neus in. (Boudewijn Büch: Links! Een rode burleske, 1986)
Die vrijdag om drie uur kon ik komen. Een nicht als een huis, compleet met oversized bobtail... (Gregor Frenkel Frank: Patsers en prolurken, 1991) Bret Easton Ellis was een fan van me. Ja, hij is een nicht als een paard. (Het Parool, 25/01/92)
