Gepubliceerd op 21-06-2017

Moord

betekenis & definitie

1 de - steken,om het leven komen; sterven.

Ook ‘zich ellendig voelen’: ik stik de moord van de hitte.Vooral imperatief en als verwensing gebruikt: steek de moord!‘krijg een ongeluk!’. De uitdr. dateert al uit de vroege 17de eeuw (o.a. bij Bredero). Stekenheeft hier de bet. ‘slaan, treffen’. Letterlijk bet. deze zegswijze dus ‘de moord, de dood moge je treffen, slaan!’ Stekenzou echter ook een verbastering kunnen zijn van stikken,dus ‘stik maar’. Volgens andere bronnen zou er evenwel een verband bestaan met mortepaai,een oude ben. voor ‘soldij, uitbetaald aan soldaten die alleen op de soldatenlijst voorkwamen of bij inspecties aanwezig waren’. Ook gebruikt voor soldaten die er in werkelijkheid niet zijn, maar die wel op de legerstaat voorkwamen en waarvoor dus betaald werd. De moord steken/stikken zou dan mogelijk door klankovereenkomst ontstaan zijn uit de mertepaay moet jou schennen; deze etymologie is overigens weinig waarschijnlijk. Een hedendaagse verwensing luidt stik de moord in Amersfoort!,waarbij Amersfoort et enkel bijgehaald werd omwille van het rijm. Darre?... steek de moord, ik mot afmake... (Israël Querido: Levensgang, 1901)

Je kan even zo vrolijk de moord steke! (Willem van Iependaal: De dans om de rinkelbom, 1939)

... bij het tankstation zei de man, dat het warm was, veel te warm: ‘je stikt de moord.’ (Rinus Ferdinandusse: Stukjes in de kraag, 1965)

Ze steekt de moord als we er niet gauw wat aan doen. (Harry Boting: Nog meer jatmous, 1967)

Maar vertel mij niet dat het jou wat verdommen kan of mijnheer Timmermans de moord steekt, (jan Arends: Keefman, 1972)

In Hong Kong maken ze er één groot feest van als iemand de moord steekt. (Maarten Spanjer: Eigen schuld, 1986)

We stikken de moord in deze kamer. (Vrij Nederland, 08/12/90)

Hij kan toch niet zeggen: ‘Ik heb mijn schaapjes op het droge, stik de moord allemaal maar.’ (Sport International, mei 1992)

2. je kunt me de - pruimen, je kunt doodvallen. Vulgair slang. Syn. van stik de moord!(zie 1).