Gepubliceerd op 21-06-2017

Koperen

betekenis & definitie

1. de- ploert, clichébenaming voor de zon, i.h.b. de brandende tropenzon. Oorspr. een oude koloniale uitdr. uit het voormalige Ned.- Indië. Duitse soldaten spreken van Tante Klara wanneer ze het over de zon hebben. Vgl. ook het Franse argot le cagnard; le bourguignon, en Amerikaans-Engels slang theHaymaker. Een andere koloniale uitdr. (die evenwel verouderd is) is klimaat schieten.

... wat ze verder nog hadden moeten ontberen hier onder de koperen ploert. (Johan Fabricius: Hopheisa, in regen en wind, 1964 2de druk 1979)

Onder de harde blauwe hemel liggen de toeristen te braden door de onbarmhartige koperen ploert. (Jan Cremer: Logboek, 1978)

Als een oudgast begon ze over de hitte te klagen - iedere dag werd het zo’n zesendertig of zevenendertig graden en de zon noemde ze de koperen ploert, zoals planters deden. (F.B. Hotz: Duistere jaren,1983)

Wanneer in Mokum de koperen ploert haar stralen neerplettert moetje ervan genieten. (Jos Brink: Stukje voor stukje, 1985)

Welk uur van de dagje ook naar buiten stapt... de Koperen Ploert is paraat! (J.A. Deelder: Modern Passé, 1988)

2. krijgeen - kind (dan ken je je rot poetsen), platte Amsterdamse verwensing, die erg populair is vanwege de alliteratie. Een variant is krijgeen kind meteen koperen kop. In de oorlog ontstond de variant... motje ’t inlefere. Een zinspeling op de uitdr. vinden we in volgend citaat:

Nogal lekkere jonges die Engelse. Late ze de kope- re typhus krijge, dan kanne ze d’r eige de pest poetse. (Piet Bakker: Cis de Man, 1947)

En hoe staat het met de kleurrijke verwensingen en scheldwoorden? Misschien zijn ze grotendeels ook wel verzonnen. Hoewel een hartgrondige verwensing als ‘Krèg eenkaupere kind, dan ken je je rot poetse!’ alleen maar door een Jordaanse bedacht kan zijn. Tenzij ook in dit geval een zwoegende tekstschrijver voor een cabaretnummer de geestelijke vader is geweest. (Evert Werkman: De Jordaan, 1980)