Gepubliceerd op 21-06-2017

Hoop

betekenis & definitie

een - op een klein schoteltje

veel kou- we drukte.

Hoornburg: iemand naar - zenden, een man

echtelijk ontrouw zijn; hem bedriegen. Deze uitdr., die al voorkomt in de 17de eeuw, zinspeelt op de nog veel oudere uitdr. iemand horens opzetten,met dezelfde bet. Deze laatste zegswijze wordt al vermeld door Artemido- rus, een Grieks schrijver uit de 2de eeuw n.C. De bedrogen echtgenoot die de horens krijgt op-gezetnoemt men de hoorndrager.Overde herkomst van de uitdr. hebben we enkel vermoedens. Een man die in zijn huwelijksplichten tekortschoot, werd vroeger met horens gesierd. Niet alleen wilde men hem in zijn om-geving belachelijk maken, ook meende men dat de drager van de horens iets van de teel- drift van de bok zou erven. Een andere interpretatie is die van het oude astrologische geloof dat zij die in het teken van de Steenbok geboren zijn, bestemd zijn voor een ongelukkig huwelijk.

De bedrogen echtgenoot heette vroeger ook wel koekoek(misschien van Frans cucuault‘koe- koeksvader’ of‘de vogel die een koekoeksjong ondergeschoven krijgt’). Varianten hiervan zijn kochelof kokkelt(opgetekend in de vroege 17de eeuw, tegenw. verouderd).