Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Volbloed

betekenis & definitie

Volbloed - paarden, die ingeschreven zijn in het Studbook, ’t eerst uitgegeven in 1786. Het zijn volgens sommigen Oostersche paarden, die, onder invloed der veranderde levensomstandigheden in Engeland, een gewijzigd type verkregen. Volgens anderen ligt hun oorsprong in de kruising van Oostersche met Europeesche paarden. Aangezien zij hun eigenschappen op hun nakomelingen overbrengen, vormen zij tegenwoordig een zuiver ras, dat uitmunt in adel, krachtigen bouw, groot uithoudingsvermogen en groote snelheid.

Het zijn vooral de 3 volgende Oostersche paarden, die men als de stamvaders van het Engelsche volbloed (thorough-bred) kan beschouwen: Beyerley-Turc, buitgemaakt Turksch legerpaard, in 1689 door kap. Beyerley ingevoerd; Darley Arabian, in 1713 door Darley te Aleppo aangekocht, en Godolphin, uit Tunis afkomstig en in 1731 ingevoerd. Hun later gefokte nakomelingen vormen de 3 hoofdfamiliën van het tegenwoordige volbloed, n.l. die van Herod, zoon van Beyerley-Turc uit Darley-Arabian; die van Matshem, zoon van Godolphin, en die van Eclipse, dochter van Darley-Arabian.