Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Victor (pausen)

betekenis & definitie

Victor (pausen) - naam van drie pausen.

V I, 189—198, die de gemeenschap verbrak met de klein-Aziatische gemeenten, omdat deze het Paaschfeest vierden op den 14den Nisan en Rome het voorschreef op den Zondag daarna. Hij wordt in de R.-K. kerk als heilig beschouwd, ofschoon men niet algemeen aanneemt, dat hij als martelaar gestorven is.

V. II, 1054—67 (vroeger bisschop Gebhard van Eichstatt), door keizer Hendrik III tot paus aangewezen, gevoelde zich steeds dienaar van den keizer, door wien hij zich ook beleenen liet met het hertogdom Spoleto en de Mark Fermo.
V. III, 1086—87, opvolger van Gregorius VII, waagde het als kardinaalpriester in 1082 het Paaschfeest met Hendrik IV te vieren en onderhandelde ook namens den keizer met den paus. Bij zijn verkiezing werd hij door de strenge Gregorianen uit Rome verdreven, dat hij stormenderhand liet veroveren, maar waaruit hij spoedig weder wijken moest naar Monte Cassino. Hier, waar hij vroeger abt was geweest, stierf hij en werd hij begraven.

< >