Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Heilig

betekenis & definitie

Heilig - Het begrip h. speelt in de godsdiensten een groote rol, maar heeft niet overal dezelfde beteekenis. Oorspronkelijk liggen in het begrip h. de beide begrippen: goddelijk en onrein opgesloten; b. v. in het begrip taboe. H. is dan alles wat aan het profaan gebruik is onttrokken om welke reden ook. Zoo is een god heilig, maar ook een lijk: beide zijn verboden. (In dit stadium is h. en verboden synoniem.) Bij het indringen van ethische voorstellingen wordt een nieuwe scheiding gemaakt: het heilige is het goddelijke, zedelijk hooge, reine, tè hoog voor profaan gebruik; het onreine is het daemonische, onreine, te laag voor profaan gebruik.

Zoo ontstaan drie gebieden: het h. (= het goddelijke); het profane (= het gewone) en het onreine (= het verbodene). Het h. is dus het boven-gewone, het onreine het beneden-gewone. De oude onderscheiding, waarbij h. zoowel het goede als het kwade (immers het verbodene zonder meer) aanduidde, werkt nog na in het spraakgebruik, b.v. in begrippen als het Lat. sacer = heilig en gevloekt, vgl. het Fr. sacré.