Tuba - 1) bij de Romeinen een rechte trompet, met wijde mensuur.
2) het laagste lid der familie van de sax-hoorns, machtig en zwaar van toon, uiterst bruikbaar als bas van de groep der koperen instrumenten. Aanvankelijk was de t. bedoeld als bas-instrument bij de militaire muziek, maar de componisten hebben haar bruikbaarheid in het symphonie-orkest onmiddellijk gevoeld en haar op voortreffelijke manier aangewend (Wagner, Strauss, Mahler 1).