Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Trompet

betekenis & definitie

Trompet - Een metalen (meest geelkoperen) blaasinstrument, dat door middel van een ketelmondstuk wordt aangeblazen. Het is vrij nauw gebouwd, en geeft, wanneer het niet van ventilen of pistons is voorzien, slechts de natuurtonen. Zijn onderste natuurtoon kan, door den nauwen bouw, niet worden aangeblazen. De tr. is eigenlijk het hoogste lid van de familie der bazuinen: tr. = Ital. tromba; bazuin = Ital. trombone, d. w. z. groote tromba.

Ook aan haar was in de Middeleeuwen vaak een schuifinrichting (zie BAZUIN) aangebracht. Deze was evenwel in de praktijk moeilijk bruikbaar, en is geheel verdrongen door de ventilen en pistons. De tr. is vol, glansrijk en edel van toon, en komt het best uit in vereeniging met de andere koperen instrumenten. De oude meesters (Bach, Haendel, enz.) schreven voor de tr. zeer hooge partijen, die den tegenwoordigen blazers groote moeilijkheden opleveren. De moderne componisten weten de tr. op uiterst effectvolle manier te gebruiken.

< >