Transversaal - De rechte lijn heet in ’t bijzonder transversaal, wanneer tusschen haar snijpunten met een vlakke, gebroken of kromme lijn, of — in de ruimte — met een veelvlak of gebogen oppervlak merkwaardige betrekkingen bestaan. Snijdt een transversaal van een driehoek ABC de zijde BC in D, CA in E, AB in F, dan geldt BD/CD x CE/AE x AF/BF = + 1 (stelling van Menelaus). De leer der transversalen is gegrondvest door Carnot en verder ontwikkeld door Brianchon en Poncelet.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk