Toland (john) - Eng. wijsgeer, 1670-1722, verliet al vroeg de R.-Kath. kerk, studeerde te Edinburg en Leiden, waarna hij in 1696 zijn hoofdwerk Christianity not mysterious deed verschijnen, dat hem zeer vele vijanden bezorgde en van staatswege verbrand werd. Later vertoefde hij veel in Nederland en Duitschland, o. a. te Berlijn, waar Leibniz’ vriendin koningin Sophie Charlotte hem vriendelijk ontving. T., beinvloed door Locke, is de invloedrijkste Engelsche deïst en vrijdenker (freethinker). In zijn eerste werk betoogt hij, dat in het oorspronkelijke Christendom niets tegen of boven de Rede is.
De bovenredelijke mysteriën zijn slechts uit Joden- en Heidendom overgenomen gebruiken, die eerst door de kerkvaders tot zoogenaamde „sacramenten” gestempeld werden. Openbaring en wonderen valt T. hier nog niet aan. Later, in de „brieven aan Serena” (de genoemde Pruisische vorstin), onder den invloed van Spinoza (wiens star substantie-begrip hij overigens afkeurt), toont hij zich een pantheïst (welke naam ook van hem schijnt te stammen), en verwerpt hij een persoonlijk, bovenwereldlijk God en de persoonlijke onsterfelijkheid. In zijn te „Kosmopolis” in 1720 verschenen Pantheisticon ontwerpt hij de grondtrekken van een toekomstreligie met een soort liturgie.