Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Terschelling

betekenis & definitie

Terschelling - N.-Holl. gem. en eiland; 10.751 H.A. De bodem bestaat bijna geheel uit zandgrond, in ’t Z. bij Midsland een weinig klei. Langs de N.-kust beschermen duinen het eil. terwijl in ’t midden der Z.-kust een zware dijk is gelegd. Het eil. telt 4000 inw., die bijna allen tot de Herv. kerk behooren. Zij doen aan landbouw, zeevaart en visscherij.

Het eil. bevat de dorpen West-Terschelling en Midsland, benevens eenige buurten, waarvan Hoorn de voornaamste is. Bootverbinding met Harlingen. Het was voorheen een zelfstandige heerlijkheid, die ten slotte door Holland werd aangekocht. In 1666 verbrandden de Engelschen onder Holmes 350 huizen op het weerlooze eiland. In den Franschen tijd werd het bij Friesland gevoegd, doch kwam in 1814 weer bij Holland.

< >