Tarragona - 1) prov. van Spanje; 6490 K.M.; 334.000 inw.; omvat een deel van Catalonië, n.k. de vruchtbare Campo de T.
2) hoofdstad van ’t vorige; 23.000 inw.; havenstad aan de kust aan den mond van de Francoli en aan het Zuidelijk uiteinde van het groote Catalonische lengtedal, aan den kustspoorweg Barcelona-Valencia, door andere spoorwegen met het achterland verbonden. De oude stad (het Tarraco der Romeinen) ligt op een hoogen, steilen heuvel aan den oever der rivier; de nieuwere wijken liggen beneden den voet ervan. De kathedraal is een der mooiste voorbeelden van den Romaansch-Gotischen stijl. Uit den Romeinschen tijd dateert o. a. een aquaduct en een amphitheater, een grafmonument (de z.g. toren der Scipio’s), een triumphboog, ruïnen van een keizerlijk paleis, enz. ’t Is de zetel van een aartsbisschop. Textielindustrie en uitvoer van wijn. Visscherij.