Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Mond

betekenis & definitie

Mond - In ruimen zin duidt men met m. aan de holte, die achter de mondspleet gelegen is en zich tot aan de keel uitstrekt. Naar voren wordt zij begrensd door de lippen, naar boven door het harde en zachte verhemelte, naar beneden door den mondbodem en naar achteren door de beide paren van verhemeltebogen, die het keelgat (isthmus faucium) begrenzen. Door het gebit wordt deze holte in twee deelen gescheiden, waarvan het deel achter de tandenrij de eigenlijke mondholte voorstelt. De geheele mondholte wordt met slijmvlies bekleed, waarin een zeer groot aantal kliertjes voorkomen.

Men kan ze aan de binnenzijde van de lip gemakkelijk voelen door de lip tusschen de tanden door te schuiven. De belangrijkste organen in de m. zijn het gebit, de tong en de speekselklieren. Voor het eerste, zie GEBIT. De tong is een groot orgaan, dat de m. bijna geheel opvult. Zij is uit spieren opgebouwd en met slijmvlies bekleed. Op dit slijmvlies komen aan de bovenzijde een groot aantal papillen voor.

In het epithelium van deze papillen, en wel in hoofdzaak van die, welke in den vorm van een Y staan, vindt men de smaakbekers (zie SMAAKORGAAN en TONG). De speekselklieren zijn, behalve de reeds genoemde kleine kliertjes, een drietal. De grootste der drie is de oorspeekselklier, die vóór het oor en achter de onderkaak ligt en uitmondt tegenover de tweede kies van de bovenkaak op het wangslijmvlies. De tweede is de onderkaaksspeekselklier, die onder den hoek van de onderkaak gelegen is en uitmondt achter de snijtanden van de onderkaak, tegelijk met de ondertongspeekselklier, die, zooals de naam trouwens aanduidt, onder de tong gelegen is. Achter op de tong en tusschen de verhemeltebogen vindt men ophoopingen van lymphoid weefsel, de z.g. amandelen. Deze produceeren cellen, lymphocyten, die evenals het product uit de speekselklieren in den mond komen; met het vocht uit deze klieren vormen zij te zamen het speeksel, dat voor de beginnende vertering van de koolhydraten van belang is.