Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Spel

betekenis & definitie

Spel is in het algemeen elk bedrijf, dat tot ontspanning en verstrooiing dient, hetzij van het lichaam dan wel van den geest. Lichamelijke spelen kunnen in belangrijke mate medewerken aan de ontwikkeling van het lichaam. Vóór alles moet dit s. dan gekarakteriseerd worden als vrije, zelfgezochte bezigheid. Het is een van de diepste, menschelijke behoeften, en zoowel bij de oudere als bij de jongere volken, zoowel bij de primitieve als bij de meer ontwikkelde, treffen wij spelen aan, die dikwijls, ondanks groot verschil in tijd of ruimte, een merkwaardige gelijkenis vertoonen.

In het s. is zoowel lichamelijke als geestelijke oefening aanwezig. Wellicht is het eensdeels niet anders dan gebruik van overschietende levenskracht, anderdeels slechts ontspanning. In beide gevallen moet echter ten opzichte van de lichamelijke ontwikkeling aan het vrije, zelfgekozen s. een groote beteekenis worden toegekend. De economische ontwikkeling en de structuur onzer maatschappij hebben door vergrooting der woonplaatsen, intensief gebruik van den grond, toeneming van het verkeer en daarmee van de veiligheid op den openbaren weg — de beoefening van het vrije s. zeer belemmerd. Zelfs missen de meeste scholen speelplaatsruimte van voldoende grootte, geschikt om het beoefenen van alle spelen mogelijk te maken. Het onderwijs, ook het gymnastiekonderwijs, zal echter van het spel gebruikfmoeten maken.

Bij dit geleide s. blijft het karakter van ontspanning en gebruik van overschot van levenskracht wel behouden, maar het beginsel van oefening komt meer naar voren, evenals het paedagogisch karakter. Want door het spel wordt het initiatief aangewakkerd en vooral ook het gemeenschapsgevoel, daar de spelers leeren zich te beschouwen als een onderdeel van het geheel, dus gedwongen worden tot onderlinge samenwerking zich te regelen naar anderen met wegcijferen van het eigen ik en vooral ook te gehoorzamen aan den wil van den aanvoerder. Tucht, zelfverloochening, wilskracht en ridderlijkheid worden door het partijspel aangekweekt. Wordt bij de geestelijke spelen te veel inspanning gevraagd, dan gaat het karakter van s. verloren. Zoo kan men b.v. bij schaken moeilijk van spel spreken, al draagt het nog steeds dien naam. Spelen, die in geen enkel opzicht van kennis, doorzicht of behendigheid van den speler, maar alleen van het toeval afhankelijk zijn, worden hazardspelen genoemd (faro, rouge et noir, roulette, vingt et un. lotto, enz.)