Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Pisa

betekenis & definitie

Pisa, - 1) Italiaansche stad, provinciale hoofdstad met 70.000 inw. (de gemeente n.l, de eigenl. stad ruim 30.000), aan beide oevers van den Arno, 10 K.M. van de monding, is een stad van het verleden. Haar haven is verzand; P. verdient den naam „la Morta” echter niet; het is geen doode stad, heeft vrij levendige industrie (katoen, aardewerk, spiegels). De stad is nog ommuurd. Op het Domplein verheft zich de Romaansche Dom, 10e/11e eeuw, herbouwd na brand, begin 17e eeuw, met koepel en zuilengalerij, dan daartegenover de Battisterio, een Rom. koepelkerk van wit marmer.

Ten O. van den Dom staat de alom bekende Campanile, de scheeve (klokke)toren, 1174-1350 gebouwd in 8 verdiepingen, door zuilengaanderijen omgeven, 54½ M. hoog. De top vertoont ten opzichte van den grond 4,3 M. afwijking van een loodlijn. Waarschijnlijk heeft grondverzakking plaats gehad tijdens den bouw, maar de toren werd toen tevens met opzet scheef verder gebouwd. De Camposanto is een Gotisch gebouw, 13e eeuw, dat diende voor de bijzetting van voorname personen; het bevat prachtige beeldhouwwerken en fresco's aan de wanden uit den Renaissance-tijd. Van de paleizen der vroegere grooten is het Palazzo Medici te noemen, 11e eeuw, met gedeelten uit de 14e.

De Universiteit van P., zetelend in een vroeg-Renaissancegebouw, dateert van 1338 en geldt nog onder de beste in Italië. Sedert de 17e eeuw bezit de stad een waterleiding, die drinkwater uit de bergen aanvoert. In de omgeving fraaie tuinen en het zeebad Porta Marina di Pisa. Litt. o.a. Schubring, Pisa (1902, Ber. Kunststätten).

Geschiedenis. Op de plaats van de Etruscische nederzetting,welke aan de samenvloeiïng van Arnus en Anser was gelegen, werd 180 v. C. een Romeinsche kolonie gevestigd, die weldra in beteekenis toenam. Van hier naar Genua en Dertorsa werd de via Aemilia aangelegd (109 v. C.). Tijdens het keizerrijk was Pisa (Colonia Julia Pisana) een belangrijke stad, die echter, door het verzanden van den Arnomond, steeds verder van zee kwam af te liggen. Als haven deed in de Middeleeuwen dienst Porta pisano (2 K.M. ten N. van Porto Vecchio). Na de lotswisselingen van Italië van de 5de tot de 9de eeuw gevolgd te hebben, begon de stad in de 9de eeuw beteekenis te krijgen als steunpunt in den strijd tegen de Mohammedanen, die, van Spanje en Corsica uit, strooptochten in West-Italië deden, terwijl men ook te strijden had tegen de Noormannen, die in de Rhônedelta een sterke positie innamen. Na een langdurigen strijd, waarin Pisa herhaaldelijk geplunderd is door de Mohammedanen (1004 en 1011), gelukte het den Pisanen, met steun van de Genueezen, de Mohammedanen te verdrijven van Corsica, Sardinië, Sicilië en de Balearen. Zelfs ondernamen zij aanvallen op Mehdia, de residentie van de Mohammedaansche heerschers op de kust van Tripolis. In 1087 was de strijd ten voordeele van Pisa beslist. Hand in hand hiermede ging de ontwikkeling van Pisa, welks bisschop een inwoner der stad was en die sedert 1092 ook aartsbisschop van Corsica was, als handelsstaat, waarbij het te kampen had met den naijver van Genua en Venetië.

In de 12de eeuw heeft Pisa de grootste beteekenis. De stad dreef handel met Constantinopel, de kust van Syrië, Noord-Afrika, Spanje, Zuid-Frankrijk en West-Italië. In verschillende steden als Tyrus, Kaïro, enz., vond men nederzettingen der Pisanen of vond men de factorijen (Fondachi) der Pis. regeering. Met het oog op haar handelsbelangen in Zuid-Italië was Pisa op de hand van de Staufen. Geëxporteerd werd door Pisa voornamelijk ijzer, koper, mastix (dat gehaald werd van Chios) en zilveren munt, terwijl geïmporteerd werd huiden, leer, olie, enz. Na den achteruitgang der Staufische macht gaat ook Pisa achteruit. De stad, die, tengevolge van een nederlaag bij Castel del Bosco (1222) tegen Florence en Lucca, haar overheerschende positie in Noord-Italië had verloren, zag in den langdurigen strijd tegen Genua (met tusschenpoozen van 1119 tot 1284) haar handel achteruitgaan door den opbloei van Genua en van Marseille, dat van de rivaliteit tusschen Genua en Pisa profiteerde. Hierbij kwam nog, dat inwendige twisten de stad verzwakten.

In 1284 werd de Pisaansche vloot vernietigd bij het eiland Meloria, waarmede de val van Pisa bezegeld is. Een tijdlang was de stad in handen van Uguccio della Faggiuola. In 1326 verloor de stad het eiland Sardinië aan Aragon en leed ze later door de concurrentie van de Florentijnsche haven Telamone (1356). Door Galeazzo visconti, die in 1399 Pisa onderworpen had, werd de stad aan Florence verkocht (1405), waarmede de stad haar beteekenis verloren had. Tevergeefs beproefde Pisa in 1494 met hulp van de Franschen haar zelfstandigheid te herwinnen. In 1509 werd de stad voor goed onderworpen aan het Florentijnsche gezag. Op het gebied van de kunst had Pisa in de 13de eeuw groote beteekenis (het geslacht Pisano). — Litt.: vooral Schaube, Handelsgesch. der Röm. Völker des Mittelmeergebietes bis zum Ende der Kreuzzüge (1906).

2) oudtijds hoofdstad van Pisatis, het middengedeelte van Elis in den Peloponnesus. Het voerde met het landschap Elis een langen strijd over het bestuur van het Olympische tempelgebied totdat het de nederlaag leed en verwoest werd in 572 v. C.