Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Phosphaat

betekenis & definitie

Phosphaat - of fosfaat, bezinkingsgesteente met een aanmerkelijk gehalte aan fosforiet; ook het handelsproduct, dat door wassching en concentratie uit zulke gesteenten wordt afgescheiden en dat de grondstof vormt voor de fabrikatie van superfosfaat. Het gesteente kan gelijkmatig van samenstelling zijn of bestaan uit fosforzuurrijke knollen en rolsteenen door een armer cement verkit; het bevat meestal naast fosforiet ook andere fosforzure zouten; het uiterlijk wisselt zeer zoowel wat structuur als wat kleur betreft. Ph. ontstaat door inwerking van fosforzuurhoudende oplossingen op kalksteen, waarbij het koolzuur van den kalksteen meer of minder volledig door het fosforzuur verdrongen wordt. Het fosforzuur, dat de omzetting bewerkstelligt, is dikwijls afkomstig uit, op den kalksteen liggend, guano, waaraan het door regenwater wordt onttrokken.

Daarom treffen wij rijke ph.-lagen vaak aan op kleine eilanden in een groote zee: Curaçao (Santa Barbara), Christmas Island, Nauru, Ocean Island, Makatea; de eilanden dienden aan groote aantallen vogels, welke zich voedden van de visch uit de omringende zeeën, tot rust- en broedplaats. Tusschenvormen tusschen guano en fosfaat, van de laatste onderscheiden door een gehalte aan nitraat (uit de guano overgebleven), heeten guanofosfaat. Voor andere ph.-lagen is een ontstaan in zee, wellicht uit het fosforzuur van in massa afstervende dieren, waarschijnlijk. In holen in kalksteen, welke tot verblijfplaats dienen van dieren, vormt zich uit de uitwerpselen en lijken op den bodem z.g.n. holenfosfaat. Wegens de steeds toenemende vraag van den landbouw naar fosforzuurhoudende meststoffen neemt de productie van ph. jaarlijks toe; de wereldproductie bedraagt meer dan 6 mill. ton, de voornaamste producenten zijn Florida en Tunis-Algiers ; daarnaast komen in de tweede plaats enkele Zuidzee-eilanden, Tennessee, Frankrijk, België en SouthCarolina. De productie der laatste 3 landen vermindert gestadig. Florida levert twee soorten, het landpebble met een gehalte van 70 % en hardrock met 78 % tricalciumfosfaat; van de eerste soort was de productie in 1911 2 mill. ton, van de tweede soort ½ mill. ton van 1000 K.G. Tunis leverde in hetzelfde jaar 1½, Algiers 0.3 mill. ton fosfaat in twee soorten, de eene met 63—68 % en de andere met 58—63 % tricalciumfosfaat; de ontginningen van de Cie Gafsa in Tunis zijn hier verreweg de belangrijkste ; deze maatschappij alleen leverde in 1911 reeds meer dan 1 mill. ton fosfaat. De productie van de bovengenoemde Zuidzee-eilanden met inbegrip van Christmas Island bedroeg in 1911 aan fosfaat met 80 % tricalciumfosfaat bijna ½ mill. ton.

De fosfaatmijn op Aruba, welke tusschen 1881 en 1911 te zamen ongeveer ½ mill. ton leverde, wordt sedert 1915 niet meer ontgonnen. Op Curaçao werd sedert 1872 gedurende een klein aantal jaren guanofosfaat gewonnen tot een totaal van 180.000 ton. Op Bonaire komt wat holenfosfaat voor, echter niet voor ontginning geschikt. De belangrijkste ph.-afzetting tot nu toe op Nederlandsch gebied bekend sedert Christmas Island Engelsch werd, tevens de belangrijkste van Midden-Amerika, is die op de plantage Santa Barbara op Curaçao. De waarde van fosfaat wisselt met het gehalte aan tricalciumfosfaat en met het gehalte aan aluminium- en ijzeroxyde ; zij bedroeg in 1910 voor het arme Algiersche fosfaat ƒ 15.—, voor het rijke fosfaat van de Zuidzee-eilanden ƒ 31.— per ton. De prijs wordt gewoonlijk uitgedrukt in unitprijzen.

< >