Gesteente - natuurlijk aggregaat van mineralen, dat als geologisch zelfstandig onderdeel deel uitmaakt van de aardkorst. De geologische zelfstandigheid vereischt, dat het aggregaat als zoodanig door eenzelfde geologische werking of door een opeenvolging van zulke werkingen ontstaan is. Het gebruik brengt mee den inhoud van een mineraalgang, bijv. het bariet-, fluoriet- en kwartsaggregaat van een barietfluorietgang, welke volgens de definitie een gesteente zou zijn, niet als zoodanig te erkennen. Het losse niet verplaatste verweeringsgruis, dat de oppervlakte van een gesteente bedekt, wordt niet als afzonderlijk gesteente aangemerkt.
Verschil van meening bestaat ten aanzien van de vraag, wanneer zulk verweeringsmateriaal voldoende veranderingen door afvoer van oplosbaar geworden bestanddeelen en van fijn slib, zoowel als door nastorting, samenpakking en verplaatsing van het overblijvende, ondergaan heeft, om op den naam van afzonderlijk gesteente aanspraak te kunnen maken. G. bestaan gewoonlijk uit verschillende mineralen; echter nemen ook g., welke vrijwel uitsluitend uit één mineraal bestaan, homogene g., groote deelen van de aardkorst in. Belangrijker is de verdeeling naar de wijze van ontstaan in stollingsg., bezinkingsg. en hervormingsg..
