Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Paulus diaconus

betekenis & definitie

Paulus diaconus - Langob. geschiedschrijver, geboren ± 720 uit een in Friaul wonend adellijk Langob. gesl.; werd opgevoed aan ’t hof te Pavia, waar hij zich vooral met gramm. studies bezig hield. Voor de dochter van koning Desiderius schreef hij een gesch. der Romeinen (Historica Romana), terwijl hij voor zijn broeder Arichis, den echtgenoot van deze dochter, inscripties dichtte. Vóór 774 moet P. in ’t klooster gegaan zijn; na eerst geweest te zijn in ’t klooster van Civata bij ’t Lago di Como, ging hij in 782 naar ’t kl. Montecassino.

Toen, ten gevolge van een samenzwering tegen de Franken, Arichis gevangen werd genomen, smeekte P. in een elegie aan Karel den Groote om genade voor zijn broer (781). In dezen tijd schreef hij Gestae ep. Mettensium, ’t voorbeeld voor bisschopsgeschiedenissen. In 787 keerde hij van ’t hof van Karel den Groote, waar hij langen tijd vertoefd had, terug naar Montecassino. Hier schreef hij de Histor.

Langobardorum libri VI. Hij kwam met zijn gesch. tot 744; wel is zijn taal vrij zuiver, maar in compositie en beschrijving beteekent hij niet veel. Litt.: Bethmann, P. D.’s Leben und Schrifte (Arch. X); Cipolla, Note bibl. sul testo delle opere di P. D. (1901).

< >