Max(imilaan), - prins van Baden, geboren in 1867, neef van groothertog Frederik II, was diens aangewezen opvolger. Hij studeerde te Heidelberg, doorliep de rangen in !t Pruisische leger en werd in 1907 tot voorzitter der Badische Eerste Kamer benoemd. Om zich blijvend aan deze taak te wijden trad hij uit den actieven militairen dienst. Hij was bekend om zijn vrijzinnige beginselen, waaraan hij meermalen ook tijdens den wereldoorlog uiting gaf.
Zoo drong hij in een rede ter herdenking van de verleening der Badische grondwet 100 jaar geleden, in 1918 aan op herziening der rijksgrondwet in democratischen geest. Toen onder den drang van een naderende catastrofe die herziening doorgezet zou worden en graaf Hertling als rijkskanselier aftrad, zag men in prins Max van Baden den aangewezen man, om als verantwoordelijk hoofd der regeering het rijk nog te redden. Den 1en October 1918 trad hij op als rijkskanselier; in een manifest verklaarde hij vrede te willen sluiten op de door president Wilson verkondigde grondslagen, maar de opperste legerleiders achtten een onvoorwaardelijk opgeven van den strijd en vragen van een wapenstilstand noodig, waarmee de kans op een eervollen of ook maar dragelijken vrede moest vervallen. De kanselier trachtte de opkomende revolutie nog tegen te gaan, door van keizer Wilhelm II dringend afstand te eischen, waaraan deze voldeed. Het uitbreken en de verbreiding der revolutie (begin Nov.) maakte aan de grondwettige regeering een einde; den 9en dier maand trad de rijkskanselier af.