Magnesium - Scheikundig element, vroeger ook talcium en magnium genoemd, symbool Mg., atoomgewicht 24,36. Als metaal het eerst in 1830 door Liebig en Bussy gemaakt. In zijn zouten in 1695 het eerst afgezonderd, doch oorspronkelijk niet van kalk onderscheiden, totdat onderzoekingen van Hoffmann, Black, Bergmann, Marggraf (1722—1759) dit aantoonden. In de natuur zeer verspreid : komt voor als aluminaat, boraat, carbonaat, sulfaat, chloride, oxyde, enz.
Door electrolyse van zijn zouten of door reductie van magnesiumchloride met natrium ontstaat het als een zilverachtig glanzend metaal, dat gemakkelijk tot dunne blaadjes gewalst en tot draden kan worden getrokken. Het kan goed gehamerd worden, doch is niet zeer hard; s.g. 1,75, smeltpunt lager dan 900°, kookpunt ± 1100°. In droge lucht zeer bestendig, wordt het bij aanwezigheid van vocht langzamer geoxydeerd; bij hoogere temperatuur verbindt het zich onder een schitterend lichtverschijnsel en groote warmteontwikkeling met de zuurstof van de lucht tot magnesiumoxyde. Halogenen werken er gemakkelijk op in. Met zuren, water en zoutoplossingen heeft chemische reactie plaats.
Het vormt daarbij zouten. De daarbij zich vormende tweewaardige magnesiumionen zijn kleurloos. De meeste zouten zijn in water oplosbaar. De voornaamste uitzonderingen zijn het carbonaat, fosfaat, arseniaat. Van de verbindingen zijn voornamelijk het -oxyde, -carbonaat, -chloride, -sulfaat, -fosfaat, -silicaat van belang.
M. wordt tegenwoordig op groote schaal technisch gewonnen, en wel vrijwel uitsluitend door electrolyse van gesmolten, watervrije carnalliet, waaraan men, om een gemakkelijker samenvloeien van het gevormde metaal te bewerken, een weinig natriumchloride of calciumfluoride, vloeispaat, heeft toegevoegd. In hoofdzaak wordt hierbij nog dezelfde methode toegepast, welke reeds in 1856 door Matthiesen is aangegeven. De onderzoekingen van Oettel hebben veel klaarheid gebracht in de details, en in het bijzonder aangetoond, dat de electrolyt vrij van water en van sulfaten moet zijn. Als kathode bezigt men een gietstalen kroes van 100 L. inhoud, welke door direct vuur wordt verwarmd. Hierin steekt van boven af een kool-anode, waar omheen een porseleinen klok komt met afvoerbuis voor het ontwikkelde chloor. Over de gesmolten electrolyt wordt voortdurend een reduceerend gas, als lichtgas, geleid.
Het magnesium verzamelt zich gesmolten op den bodem van de kroes, en wordt na beëindigde electrolyse en afkoeling, losgeslagen. De bedrijfsspanning bedraagt ± 8 Volt, de stroomdichtheid ± 10 Ampère per d.M2. kathode-oppervlak. M. wordt vooral gebezigd voor de bereiding van enkele alliages, speciaal van magnalium. Verder in de vuurwerkmakerij en de vervaardiging van blitzlicht voor photographische doeleinden. De consumptie is vooral tijdens den oorlog, door de behoefte der vliegtuigtechniek aan lichte alliages, ongehoord sterk vergroot.