Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Looden

betekenis & definitie

Looden - het meten der waterdiepte door middel van het lood, waarvan 3 soorten, n.l. het handlood van 5 tot 7 K.G. gewicht met plm. 25 vadem lijn, het middellood van 15 tot 25 K.G. met 60 tot 80 vadem lijn, het zware lood 25 tot 35 K.G. zwaar met 120 vadem lijn. De lijnen zijn door leertjes, roode, witte en blauwe lapjes of door knoopjes in bepaalde lengten verdeeld. Om te looden moet de vaart van het schip verminderd worden; de looder neemt plaats op een bordes, het loodbordes, dat buiten tegen de verschansing hangt, wordt tegen overboord slaan met een loodbroeking vastgezet en werpt het lood zoo dicht mogelijk langs het schip naar voor, om te maken dat de loodlijn, als het lood den bodem raakt, zooveel mogelijk recht op en neer staat, om de waterdiepte direct bij het water af te kunnen lezen.

Wordt ’s nachts gelood, dan wordt de lengte der lijn bij de hand, waar men de lijn vasthoudt, afgelezen en de hoogte boven water daarvan afgetrokken. Behalve de gewone handlooden worden ook patentlooden gebruikt, o. a. het Thomson’s patentlood, waarmede gelood kan worden zonder de vaart van het schip te verminderen.

< >