Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Schip

betekenis & definitie

Schip - Schepen zijn roerende goederen (art. 566 B. W., art. 309 K.). Echter kan de levering van schepen, behalve ten aanzien van binnenschepen van minder dan 10 lasten niet anders geschieden dan bij akte overgeschreven in de ten kantore van bewaring van de hypotheken en het kadaster gehouden openbaar scheepsregisters (artt. 309, 748, 750 K. ; K. B. van 21 Juni 1836, Stb. 41, gew. 13 Dec. 1912, Stb. 432, en K. B. van 2 Mei 1877, Stb. 96). Indien schepen, aan ingezetenen des rijks toebehoorende, zich buitenslands bevinden en aldaar aan vreemdelingen worden geleverd, geschiedt de levering volgens de wetten en gebruiken der plaats van levering (art. 310 K.). — De eigendom van schepen gaat bij verkoop, hetzij binnenslands hetzij buitenslands gesloten, niet over dan onder de lasten en behoudens de voorrechten en rechten, vermeld voor zeeschepen en daarmede bij art. 748 K. gelijkgestelde binnenschepen in artt. 313, 314 en 315 K. (art. 312 K.), voor andere binnenschepen in art. 750 K. Voor binnenschepen van de laatste soort kleiner dan 10 lasten geldt de bepaling niet (art. 750 K.). — De genoemde voorrechten vervallen, indien het schip zonder protest van de bevoorrechte schuldeischers, ten name en voor rekening van den nieuwen eigenaar heeft gevaren, ten aanzien van zee- en daarmede gelijkgestelde schepen 60 dagen nadat het schip is in zee uitgeloopen (art. 316 K.), ten aanzien van andere schepen gedurende een half jaar (art. 750 K.). Zoodanig protest baat alleen den schuldeischer uit wiens naam het is gedaan. Bij buitenl. verkoop, als bij art. 310 bedoeld, blijven lasten, voorrechten en rechten ook zonder protest bestaan (artt. 316, 750 K.). — Ingeval van faillissement van den eigenaar van een schip, zijn alle vorderingen en schulden, ten laste van het schip loopende, bevoorrecht op de opbrengst van het schip boven de overige schuldeischers van den boedel, zonder dat de voorrang zich uitstrekt tot de assurantiepenningen (art. 318 K.; vergel. FORTUNE DE MER). — De verkooper van een schip is gehouden, bij een door hem geteekende lijst, aan den kooper opgave te doen van alle bevoorrechte schulden (art. 319 K.). — Executoriaal beslag en verkoop van schepen is geregeld bij artt. 563— 584 Rv. ; voor conservatoir beslag geeft de wet geen bijzondere bepalingen.