Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Lombardije

betekenis & definitie

Lombardije, - in hoofdzaak gelegen tusschen de Noordgrens van Italië en de Po, tusschen Ticino en Mincio; 24.180 K.M.2; 5,12 mill. inw.; 212 per K.M.2. Het ontleent zijn naam aan de Longobarden en omvat: den Z.-kant der Alpen met de beroemde meren; een deel der Povlakte en, waar de Apennijnen bij Stradella een geschikten overgang voor den weg over de Po bieden, ook een deel van dat gebergte. L. is Italië’s rijkste provincie, zoowel naar landbouw als industrie, al is 2135 K.M.2 van de bergstreek door de hoogte onbruikbaar. De dalen hebben landbouw en wijn (Valtellina = Adda-dal), de bergen veeteelt. De heuvels (moreenen) en de Boven(d. i. Noord-)vlakte hebben moerbeiboomen, koren en wijn, maar tevens aanzienlijke en veelzijdige industrie: weverij (zijde), machines, chemische nijv.

De Benedenvlakte in ’t Z. levert tarwe en maïs, rijst, vlas, suikerbieten en vooral voer voor de op stal staande koeien. L. heeft er ruim 1 mill. (dus ⅙ van geheel Italië). Groote uitvoer van zuivel. Belangrijke zijdeteelt, waarvoor L. de eerste provincie is. Bij Bergamo zink (ƒ 1½ mill. per jaar).