Leo (pausen), - naam van pausen, onder wie:
L. I, de Groote, heilige, geb. ± 390 te Rome, paus 440-61, van veel beteekenis als kerk-leeraar en -vorst, man van groote persoonlijke en politieke gaven, uitnemend prediker en schrijver. Door hem kwam het primaat van den paus van Rome eigenlijk voor het eerst tot volle ontplooiïng en werd deze de leider der Westersche Kerk. Hij ontwikkelde theoretisch de macht van den paus als opvolger van Petrus en plaatsvervanger van Christus (Lat. vicarius Christi) en dus als hoofd der geheele kerk. In het W. gelukte zijn kerkpolitiek geheel. In het O. steunde hij op het concilie van Chalcedon (451) met den keizer van Byzantium den patriarch van Alexandrië en wist de te Rome geldende leer te doen zegevieren.
Reeds vroeger had hij in een leerbrief, waarin hij de door een synode te Constantinopel gedane veroordeeling van de leer van Entyches bevestigde, de z.g. één-persoon en twee-naturen-leer van Christus ontwikkeld. Het concilie van Chalcedon erkende echter het primaat van Rome niet; het stelde (canon 28) de bisschoppen van Rome en Constantinopel gelijk, ondanks Leo’s protest. Hij wist ook in den tijd der volksverhuizing Italië te vrijwaren tegen den inval der Hunnen en Rome tegen de Vandalen. Hij schreef preeken, brieven over kerkelijke leer, tucht, zedelijkheid, en onderwerpen van allerlei aard. — L. II, heilige, geb. ± 640, paus van 682-84, bevestigde in een brief de leer van het 3e concilie van Constantinopel (680) over den dubbelen wil van Christus.
L. IX, heilige, geb. 1002, paus van 1048-54. Hij ijverde voor de tucht in de kerk, bestreed de simonie en het huwelijk der priesters. Door hem werd het herstel der kerk, de doorvoering van het kanonieke recht, onder het pausdom gebracht. — L. X, Giovanni di Medici, zoon van Lorenzo il Magnifico, geboren 1477, 1489 tot kardinaal benoemd, in aanzienlijke politieke en diplomatieke betrekkingen werkzaam, paus van 1513-21. Hij beijverde zich voor de uitbreiding van de macht van zijn familie, van Italië en van het pausdom, was een beschermer van de cultuur der renaissance. Kunstenaars en geleerden werden door hem begunstigd: Ariosto, Raffael, Michel Angelo. De Vaticaansche bibliotheek werd door hem met vele handschriften verrijkt. Hij sloot in 1517 het 5e Lateraansche Concilie, waarin o. a. het Episcopalisme (bul: pastor aeternus) werd veroordeeld (1516). Onder zijn pausschap is de Hervorming begonnen.
Hij trachtte aanvankelijk den strijd, dien hij onderschatte, te sussen. In 1521 volgde de banbul tegen Luther. — L. XIII (Joachim Vincentius Pecci), geb. 1810, paus van 1878-1903, langen tijd in pauselijken dienst als nuntius werkzaam, o. a. te Brussel, aartsbisschop van Perugia, kardinaal. Hij heeft de positie der R.K. Kerk naar binnen en naar buiten belangrijk versterkt, door de moderne cultuur met haar parlement, pers, vereenigingswezen, sociale stroomingen, wetenschappelijke strevingen te stellen in dienst van de R.K. Kerk. De z.g. Kulturkampf in Duitschland werd door hem op voor de R.K. Kerk bevredigende wijze opgelost. Hij bewoog de R.-Katholieken in Frankrijk om zich met den republikeinschen regeeringsvorm te verzoenen, en oefende ook elders diplomatieken invloed. Hij heeft de wijsbegeerte van Thomas Aquinas het middelpunt van studie gemaakt en zooveel mogelijk toegepast en de positie der Kerk t. a. van de wetenschap, het arbeidersvraagstuk, de studie der H. Schrift, het Protestantisme, het gemengde huwelijk, de vrijmetselarij, duidelijk uitgedrukt.
Hij bevorderde wetenschap en cultuur o. a. door het Vaticaansch archief open te stellen, de Vaticaansche bibliotheek te ordenen. Hij stelde een commissie in tot bevordering van Bijbelstudie, richtte een academie op, tot beoefening der Thomistische wijsbegeerte te Rome, beoefende zelf de Latijnsche en Italiaansche poëzie. Van zijn encyclieken noemen wij: Aeterni patris (1879); Rerum Novarum (1891), die van Canisius (1879). Zijn gedichten zijn vertaald door A. N. Mutsaers, ingeleid door Dr. H. Schaepman, 1898.