Larsson - (Carl), Zweedsch schilder en etser, geboren te Stockholm 1853 als zoon van een fabrieksarbeider van boerenafkomst. Hij werkte zich zelf op tot schilder, maakte studie-reizen naar Frankrijk, waar hij, behalve te Parijs, ook schilderde te Grès par Nemours. Hij vestigde zich in 1885 in Stockholm, dan in 1886 te Göteberg en eindelijk in Sundborn in Dalekarlië op een boerenhofstee van zijn schoonouders, door hem voor eigen gebruik verbouwd. Hij is de schilder van het familiegeluk: zijn huis, zijn eigen gezin schildert hij met een naïef genot in de werkelijkheid.
Zijn schilderijen zijn als teekeningen met helder primitieve kleurvulling, vol eenvoud geschilderd, die, vlak gehouden met goede vulling van ’t vierkant, decoratieve werking hebben. Ze dienden daardoor uitstekend voor de prenten, waar hij met kinderlijken eenvoud den tekst bijschreef ter verbeelding van eigen gelukkig huiselijk leven met vrouw en kinderen. In boekvorm gaf hij ze uit als: Ett Tlem, 1898 en Larssons, 1902. In 1909 ontstond uit deze twee boekenDas Haus in der Sonne, verschenen bij Karl Robert Langewiesch, één der deden van: „Die blaue Bûcher”. Dergelijke boeken volgden in „Spadarfnet”, in ’t Duitsch uitgegeven als „Auf dem Lande” en „At Solsiden”, in 1910 als „An der Sonnenseite”. In Zweden is hij behalve door zijn schilderijen, teekeningen en etsen van zijn huiselijk leven bekend door de muurschildering van ’t trappenhuis in ’t Nationale Museum te Stockholm, voorstellend tafereelen uit de geschiedenis der Zweedsche kunst.