Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Koor

betekenis & definitie

Koor - (Gr. choros), was oudtijds een schare dansende en zingende personen, voornamelijk wanneer hun gezang en dans ter eere of als deel van den dienst eener godheid werd uitgevoerd; verder, het koor der zangers in een dramatische opvoering op het Grieksche theater, welks leden geheel afgezonderd waren van de tooneelspelers: het Romeinsche drama had geen koor; tenslotte, een rei-of rondedans. Tegenwoordig in ’t algemeen de verzameling van verschillende zangstemmen tot één geheel. Het k., als zangfactor, kreeg eerst zijn beteekenis toen de meerstemmigheid in de compositie werd toegepast. Sedert dien is het k.-gezang een belangrijk onderdeel van de toonkunst gebleven.

In de opera en het oratorium is het k. een onmisbaar bestanddeel. Men onderscheidt mannen-, vrouwen- en kinderk., al naar gelang van de stemsoorten waaruit zij zijn samengesteld. Het gemengde k. bestaat — als regel — uit twee vrouwen- en twee mannenstemmen, maar ook allerlei andere samenstellingen komen voor. — Verder de vereeniging, die zich den k.zang ten doel stelt.