Keuring, - 1) voor den krijgsdienst, is geregeld bij het Militair Keuringsreglement, vastgesteld bij K. B. van 25 Maart 1918, Stb. 209. Zie ook artt. 68 en 100 Militiewet.
2) van levensmiddelen is geregeld bij de Warenwet van 19 Sept. 1919, Stb. 581, betreffende keuring en aanduiding van waren. Onder waren verstaat de wet eetwaren (uitgezonderd vleesch en vleeschwaren, voor zoover de keuring daarvan niet is van scheikundigen aard en drinkwaren benevens gebruiksartikelen, die worden gebezigd voor de bereiding, de vervaardiging, de samenstelling of de bewaring van eetwaren of drinkwaren, en artikelen, die bij algemeenen maatregel van bestuur worden aangewezen, een en ander voor zoover zij voor den handel bestemd of in den handel gebracht zijn (art. 1). — De keuring van vleesch en vleeschwaren is geregeld bij de wet van 25 Juli 1919, Stb. 524.
3) van planten. In aansluiting aan de beoordeeling op tentoonstellingen wordt door groote tuinbouwvereenigingen op vastgestelde dagen gelegenheid gegeven planten en plantendeelen te doen waardeeren door comités van deskundigen. Engeland ging hierbij voor door het instellen van een fruit- en groentencomité in 1858, een bloemen-comité in 1859, enz. In ons land houdt de Nederl. Mij. v. Tuinbouw en Plantkunde soortgelijke keuringen sedert 1889. Andere vereenigingen volgden dit voorbeeld en gaven daaraan uitbreiding, o. a. door gelegenheid te geven tot het aanplanten in z.g. proeftuinen, ten einde de waarde als tuinplant te kunnen vaststellen, 4) van gewassen te velde, zie ZAAIZAADKEURING.