Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Kerkelijk recht

betekenis & definitie

Kerkelijk recht - der Roomsch-Kath. kerk, is de samenvatting van die wetten en regels, door welke de verhoudingen van de kerk als georganiseerde gemeenschap der gedoopten worden bepaald en geregeld. De uitdrukking: jus ecclesiasticum = K. R. komt reeds voor bij Tertullianus, vervolgens in 2 Romeinsche geschriften omstreeks 370. Christus heeft aan de Kerk de onveranderlijke grondslagen van haar inrichting gegeven, maar heeft de ontwikkeling en voltooiing aan haar zelve overgelaten ; vandaar de onderscheiding in jus divinum ( = onveranderlijk goddelijk recht) en jus humanum (menschelijk r.), welk laatste óf geschreven óf ongeschreven ( = (gewoonte) recht is. Verder onderscheidt men het K. R. in jus commune, d. i. het voor de geheele Kerk bindende recht; jus particulare, d. i. het bijzondere recht van afzonderlijke deelen der Kerk (diocesen, kerkelijke provincies); jus singulare, d. i. het bijzondere recht van bepaalde personen of klassen van personen (b.v. kloosterlingen).

Het voor de R.-K. Kerk geldend wetboek is in de eerste plaats de Codex juris Canonici, in werking getreden in 1918 onder de regeering van Paus Benedictus XV. Het K. R. wordt ook Kanoniek Recht genoemd.

Kerkeraad; tegenover de hiërarchie der R.-K. kerk heeft het Protestantisme sedert Calvijn een consistorie of presbyterie. Hij bestaat uit predikant, ouderlingen en diakenen. In gemeenten van 3 en meer predikanten vormen de predikanten met de ouderlingen den bijzonderen K., terwijl, wanneer de diakenen er bij zijn, van algemeenen K. wordt gesproken. Aanvankelijk vulde de K. zich zelf aan door coöptatie met presentatie (voorstelling) aan de gemeente. In de Ned. Herv. Kerk kwam het recht van keuze sedert 1866 aan de stemgerechtigde lidmaten, die dit uitoefenen of rechtstreeks, of indien hun getal 100 of meer bedraagt door middel van een kiescollege. Evenwel kunnen ze hun recht telkens voor 10 jaren aan den kerkeraad overdragen.

< >