Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Kerkelijk jaar

betekenis & definitie

Kerkelijk jaar, - ook wel op Duitsche wijze kerkjaar genoemd, is de volgorde van de Zon- en feestdagen te beginnen bij den eersten adventszondag. In de Grieksche kerk begint het zelfs 1 September. De vier Zondagen van den advent gaan vooraf aan het Kerstfeest. Het Paaschfeest valt op den eersten Zondag na de eerste volle maan na het lente-aequinoctium (begin der lente).

Er gaan 7 lijdensweken aan vooraf. De laatste Zondag daarvan is de Palmzondag, die de stille week inleidt. De viering van den Goeden Vrijdag wil er bij vele Hervormden (Gereformeerden) nog niet in, ondanks een schrijven van de Synodale Commissie van 1853. Kort vóór Paschen, liefst op Palmzondag valt na de aanneming de beves tiging van nieuwe leden en de voorbereiding voor het avondmaal met de jonge leden. De Witte of Groene Donderdag wordt door de Hervormden niet gevierd. De Donderdag 40 dagen na Paschen is de Hemelvaartsdag. Het Pinksterfeest valt 10 dagen later.

Daarmee eindigt het „jaar des Heeren” (annus Domini) om plaats te maken voor den annus ecclesiae. De vele met bepaalde namen genoemde Zondagen kent alleen de Roomsch-Kath. en Luthersche kerk. Voor de Ned. Hervormden e. a. komen als liturgisch gewichtige dagen nog in aanmerking de Oudejaarsavond— meer dan de Nieuwjaarsmorgen, die daarmee een contrast in kerkbezoek vormt. — De bededag op den tweeden Woensdag van Maart en de dankdag op den eersten van November worden in sommige streken nog gehouden, somtijds herdacht op den volgenden Zondag. De Hervormingsdag (31 Oct.) klimt, de Waterloodag (18 Juni) daalt in de belangstelling. De laatste wordt algemeen op den eerstvolgenden Zondag herdacht bij het afkondigen van de kollekte voor den gewapenden dienst.

< >