Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Kapitalisme

betekenis & definitie

Kapitalisme, - vooral van socialistische zijde voor de tegenwoordige productiewijze gebruikte uitdrukking, in het bijzonder ter aanduiding van de groote macht daarbij door het kapitaal uitgeoefend en het groote aandeel, dat dit in de opbrengst der productie verwerft. Beide wil het socialisme aan het kapitaal ontnemen door alle voortbrenging aan de overheid te trekken. Daardoor zou de beslissing van alle vraagstukken, welke zich bij de voortbrenging kunnen voordoen, komen bij de regeering, welke beter dan de ondernemers over de verschillende behoeften zou kunnen oordeelen. De voortbrenging zou zich dus beter naar de werkelijke behoeften kunnen regelen.

Voortbrenging van onnoodige zaken zou achterwege blijven, crisissen tengevolge van overproductie zouden tot het verleden behooren, enz. Tevens zou de winst op de productie aan de gemeenschap ten goede komen. Aan de mogelijkheid, dat een deel der menschen een inkomen heeft uit vermogen, een doorn in het oog der socialisten, kwam dan meteen een einde. — Bij de behandeling van het Kapitaal zagen wij, dat de moderne wijze van voortbrenging aanwending eischt van steeds meer kapitaal. Zij die dit verschaffen ontvangen daarvoor thans een belooning in den vorm van rente. Geschiedt het door den ondernemer zelf, zoo maakt deze rente deel uit van zijn winst. Deze belooning beweegt de menschen ertoe kapitaal voor de productie beschikbaar te stellen. Zonder haar zal het meerendeel hunner er de voorkeur aan geven hunne beschikbare middelen geheel te verteren. In een socialistischen staat zal deze dus ook voor de kapitaalvorming moeten zorgen.

Van overheidswege zal moeten worden gespaard. De drang, die er steeds op haar wordt uitgeoefend voor andere uitgaven, doet echter betwijfelen of dit wel voldoende zal geschieden. — Wat de groote macht van het kapitaal betreft, moet worden erkend, dat slechts wie over kapitaal beschikt als ondernemer kan optreden. Eigen kapitaal is daar echter niet voor vereischt. Alom ziet men ondernemers met kapitaal van anderen werken. In de moderne maatschappij is welhaast voor iedere levensvatbare onderneming kapitaal verkrijgbaar. De banken treden daarbij veelal bemiddelend op, hetzij door het toestaan van bankcredieten, hetzij door het uitgeven van aandeelen en obligatiën. De klacht over de macht van het kapitaal richt zich hier niet zoo zeer tegen het kapitaal bezittende publiek als wel tegen de bankdirecties. Het geldt hier dus een klacht over de macht, welke de ondernemers in het bankbedrijf (zelf met geld van anderen werkende) uitoefenen over ondernemers in andere bedrijven of over hen, die dit zouden willen worden.

Dat die macht zeer groot kan zijn, vooral waar een sterke concentratie in het bankbedrijf heeft plaats gehad, is onmiskenbaar. Mocht echter, zooals de socialisten wenschen, aan den staat alle beschikking over het kapitaal ten deel vallen, dan zal de overheid over een nog veel uitgebreider macht beschikken. Dat thans bij benoemingen in directies en colleges van commissarissen der naaml. vennootschappen relaties veelal een groote rol spelen, kan worden toegegeven; dat zulks bij overheidsbenoemingen minder het geval zal zijn is zeker niet waar. — Is deze grief in het bijzonder tegen de haute finance gericht, een andere richt zich tegen de ondernemers in het algemeen. Zij betreft het inzicht in de economische behoeften. Dat echter het inzicht daarin bij ambtenaren grooter zal zijn, is twijfelachtig. Voldoende voorlichting van den ondernemersstand dienaangaande en vermeerdering hunner kennis op economisch en handelsgebied belooft meer vruchten dan het recept der socialisten. — Wat betreft de macht der ondernemers tegenover hunne arbeiders, nog een bezwaar tegen het kapitalisme, deze zal in een socialistische maatschappij van de zijde der overheid of harer ambtenaren zeker niet geringer zijn.

Een recht van staking b.v. zal daar zeker niet worden erkend. Aan een goede arbeidswetgeving ter bestrijding van misstanden is dus de voorkeur te geven. — Ten slotte is het zeer twijfelachtig, of de ontwikkeling der industrie door ambtenaren evengoed zal worden bevorderd als door het particulier initiatief, in het bijzonder wanneer geenerlei concurrentie van derden meer is te vreezen, tenzij van den kant van het buitenland. Er bestaat echter gevaar, dat concurrentie van die zijde veeleer zal leiden tot internationale verwikkelingen dan tot verbetering van industrieele methoden. Hiermede zijn de voornaamste grieven besproken, welke de socialisten tegen de tegenwoordige wijze van voortbrengen hebben en welke in het ééne woord kapitalisme worden samengevat. Een deel hunner grieven is zeker niet ongegrond. Met de middelen door hen bepleit om daaraan tegemoet te komen, kunnen andersdenkenden echter niet medegaan.