Kaiser wilhelmsland - ’t vroeger Duitsche N.-Guinea, thans van Australië, omvatte het N.O. deel van het eiland Nieuw-Guinea. Opp. plm. 181.650 K.M.2., sterk ingesneden kustlijn, waarvoor talrijke eilanden, deels van vulkanischen oorsprong. In het mondingsgebied van de groote rivieren is de kust moerassig; overal elders treedt het zandgebergte overal vrij dicht aan de kust, die tal van inhammen met goede havens vertoont. In het nog slechts ten deele onderzochte binnenland komen talrijke bergketenen voor; de Wilhelmberg in het Bismarckgebergte bereikt naar schatting zelfs 4300 M.; het gebergte zelf is voor een deel vulkanisch, aan de kusten komen talrijke koraalriffen voor.
Het land is zeer waterrijk; de grootste rivieren n.l. de Kaiserin Augustariv. en de Rama kunnen honderden Kilometers ver bevaren worden.—Het klimaat is nog slechts onvoldoende onderzocht; aan de kust is gemidd. dagtemp. 26° C., de uitersten wisselen tusschen 19° en 36° C. De toppen van het Bismarckgebergte zijn met sneeuw bedekt. Van Mei tot October waait de Z. O.-passaat, in de overige maanden de N.W.-moeson ; de regen, die tusschen 1700 en 6430 mM. per jaar afwisselt, valt op ongelijke tijden. — De plantengroei is zeer overvloedig; in hoofdzaak oerbosch. Tot de inl. cultuurgewassen zijn te rekenen yams, taro, kokospalmen, suikerriet en tabak, tot de Europeesche naast kokospalmen, caoutchouc, cacao, peper en koffie. — In tegenstelling met de plantenwereld is het dierenrijk slechts schaars vertegenwoordigd.—Uit het delfstoffenrijk dient het in verschillende rivieren voorkomend stofgoud te worden vermeld. — De bevolking van K. W.-land, die naar schatting niet meer dan 100.000 zielen omvat en gestadig afneemt, behoort tot de Papoea’s, doch alleen de stammen aan een deel van de N.-kust zijn meer nauwkeurig onderzocht; men onderscheidt twee typen, dat van de kust- en dat van de bergbewoners, die zich voornamelijk door lichaamsbouw onderscheiden. Naast het aanbrengen van brandwonden als lichaamsversiering, wordt veel gebruik gemaakt van verfstoffen ; de eenige kleeding bestaat uit een lendenschort van geklopten boombast, gras of bastvezels en een regenkap van pandanbladeren. Als wapens dienen in de eerste plaats groote houten bogen met 1½ M. lange, rieten pijlen met somtijds fraai bewerkte, harde, houten punt, verder speren, die somtijds met een speerwerper worden geslingerd, houten zwaarden en dolken van kamarisbeen; als afweermiddel worden houten schilden van verschillenden vorm gebruikt. Ze vervaardigen fraaie, van uitleggers voorziene booten, die, van matten zeilen voorzien, naast vlotten het eenige vervoermiddel vormen.
De handel bepaalt zich tot ruilhandel, waarbij tabak een hoofdrol speelt. De families, in een dorp vereenigd, hebben gemeenschappelijk bezit; het gevoel van saamhoorigheid in de dorpen is groot. Grootere staatsverbanden dan het dorp kent men niet; zeer sterk weerspiegelt zich dit in de taal, die als het ware bij elk dorp een ander dialect vertoont; in de bergstreken schijnt evenwel een andere taalgroep overheerschend. Van den godsdienst is nog weinig bekend. De uitvoer bestaat voor het grootste deel uit kopra. Door den oorlog is K. aan Engeland gekomen als territorium van den Australischen Statenbond.