Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Julius (paus)

betekenis & definitie

Julius (paus) - naam van een drietal pausen:

1) J. I, heilige, paus van 337—352, bestreed de Arianen, steunde Athanasius en Marcellus van Ancyra tegen hen en werd door de bisschoppen op de synode van Sardica in 343 als scheidsrechter erkend; onervarenen zoeken hier den oorsprong van het pauselijke primaat; feestdag 12 April.
2) J. II, paus van 1503— 13, voorheen Giuliano della Rovere genaamd, geb. 1443 te Albissola, neef van Sixtus IV, werd door dezen tot bisschop en kardinaal benoemd en besteeg 1 Nov. 1503 den pauselijken troon. Hij verdreef Cesare Borgia, veroverde Bologna en andere steden en sloot in 1508 tegen de republiek Venetië met keizer Maximiliaan I, koning Lodewijk XII van Frankrijk en Ferdinand den Katholieken de ligue van Cambrai (Kamerijk). Maar nauwelijks had Venetië door afstand van enkele steden hem tevreden gesteld, of hij verliet, uit vrees voor de overmacht van Frankrijk, de Ligue en sloot met Venetië en Spanje de heilige Liga tegen Frankrijk, bij welke ook Engeland en Zwitserland toetraden. In eigen persoon voerde hij vervolgens oorlog tegen Frankrijk. Tegenover het door Lodewijk XII en keizer Maximiliaan tegen den paus in 1511 bijeengeroepen concilie van Pisa, riep hij in 1512 een algemeene kerkvergadering samen te Rome (Lateranen). Hij overleed 21 Febr. 1513. J. maakte een begin met de herbouwing van de Sint-Pieterskerk en maakte zich als beschermer van Bramante en Michelangelo verdienstelijk ten opzichte der kunst.
3) J. III, paus van 1550—55, voorheen Gianmaria (Ciocchi) del Monte, naar de staalplaats zijner familie. Onder paus Paulus III in 1536 tot kardinaal verheven, werd hij als eerste legaat naar het concilie van Trente gezonden, waar hij ijverig de rechten van den Stoel verdedigde. Op zijn 66e jaar wrerd hij tot paus gekozen. In 1651 heropende hij het concilie te Trente, dat echter reeds in 1552 weder uiteen moest gaan.

< >