drietal
drietal - Zelfstandignaamwoord 1. welgeteld drie ♢ Er werd een drietal redenen genoemd. 2. een groep van drie ♢ Het vrolijke drietal liep lachend weg. Woordherkomst samenstelling van drie en tal Synoniemen trio
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
drietal - Zelfstandignaamwoord 1. welgeteld drie ♢ Er werd een drietal redenen genoemd. 2. een groep van drie ♢ Het vrolijke drietal liep lachend weg. Woordherkomst samenstelling van drie en tal Synoniemen trio
Muiswerk Educatief (2017)
drietal - zelfstandig naamwoord uitspraak: drie-tal 1. drie personen of dingen ♢ ik heb een drietal voorbeelden genoemd Zelfstandig naamwoord: drie-tal het drietal de drietallen
Fa. A.J. Osinga (1952)
s.n.; (van voorgedragen personen) trijetal (it); (drie bijeenbehorende personen), trijekaert.
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-len), aantal van drie, drie van zekere soort; — in ’t bijz. lijst van drie namen als voordracht voor een ambt (inz. van predikant): op het drietal staan, tot de drie voorgedragenen behoren.
M. J. Koenen's (1937)
o. -tallen: twee -tallen, lijst van 2 x drie personen b.v. bij een sollicitatie; -tand, m. -en (vork, staf met drie tanden, attribuut van Neptunus; zinnebeeld van de heerschappij ter zee): wie zal Engeland de —ontrukken? -tip, m. -tippen (Z.-N. hoed v. e. R.-K. geestelijke; gmz. een geestelijke); -versnellingsnaaf, v. -naven (naaf aan het a...
Jozef Verschueren (1930)
o. (-len) 1. Eig. drie van zekere soort. 2. Metn. lijst van drie personen die voorgedragen worden voor een benoeming: een opmaken, inzenden; op het staan.
J.H. van Dale (1898)
DRIETAL, o. (-len), drie van zekere soort; — op het drietal staan, tot de drie voorgedragenen (voor eene benoeming of beroep) behooren: een drietal opmaken, inzenden.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: