Athanasius - bisschop van Alexandrië, gest. 2 Mei 373, een der grootste mannen van alle tijden, als wetenschappelijk man en als karakter; een man van groote vroomheid in voorspoed en in tegenspoed, terecht „de groote” bijgenaamd. In de 4de eeuw is hij in de geschiedenis van het Christendom de ’t meest op den voorgrond tredende persoonlijkheid, die den strijd voor de orthodoxie met kracht voert en den bijnaam van „vader der rechtzinnigheid” zich verwierf. Hij was een der krachtigste steunpilaren der kerk en zijne geschiedenis is tevens die der kerk van zijn tijd. Geboren ca. 296 in of nabij Alexandrië, is van zijn leven vóór 325 slechts weinig bekend.
Eerst met het concilie van Nicea(325), dat hij waarsch. als particulier secretaris van bisschop Alexander van Alexandrië bij woonde, treedt hij voor het licht. Of hij door zijne welsprekendheid daar inderdaad eene beslissende positie innam, is niet geheel zeker, maar wel, dat het concilie de richting van zijn leven bepaalde. Van dien tijd af is hij niet alleen de besliste bestrijder van de Arianen, maar evenzeer de vurige kampioen voor de orthodoxie. En als hij kort daarna (326 of 328) na den dood van Alexander, volgens diens wensch, hem opvolgt als bisschop van Alexandrië, dan is daarmede tevens zijn levenslot bepaald. Tot zijn dood is hij bisschop gebleven, maar niet onafgebroken, daar hij om zijne overtuiging niet minder dan vijfmaal in ballingschap werd gezonden, zoodat hij 20 jaren van zijne gemeente verwijderd is geweest, die hij, zeker ook in het belang der orthodoxie, meest in het Westen doorbracht. Zijn verhouding tegenover het Arianisme en zijn strijd voor de kerkelijke rechtzinnigheid hebben zijn leven zoo veelbewogen doen zijn. Maar hij is dan ook de degelijkste en meest succesvolle verdediger geweest van het Nicaenum.
Van alles wat tegen de Arianen geschreven werd, is het zijne het belangrijkste. Zijne geschriften (uitg. der Mauriners Parijs, 1698) geven een duidelijk overzicht van den strijd en leveren vele belangrijke ophelderingen. Wel ontbreekt een goede systhematische behandeling der stof en komen daardoor vele herhalingen voor, maar dit is te verklaren uit het feit, dat Athan. zijne werken onder de ongunstigste levensomstandigheden schreef. — De geloofsbelijdenis, die naar Athanasius genoemd wordt: symbolum Athanasianum en naar de aanvangswoorden Symbolum Quicunque heet, werd vroeger algemeen aan hem toegekend, hetgeen tegenwoordig door niemand meer wordt gedaan. J. A. Möhler, Athanasius der Grosze. 2 Bde, Mainz 1827. 2 Aufl. 1844; F. Böhringer, Athanasius und Arius. Bd. VI v. Die Kirche Christi und ihre Zeugen. 2 Aufl. Stuttg. 1874.