Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Incroyables

betekenis & definitie

Incroyables - „Ongelooflijken”. Na den val van Robespierre (1794) begonnen de Koningsgezinden, in de eerste plaats te Parijs, het hoofd weer op te steken. Deze partij bestond toen voornamelijk uit jonge lui van den goeden burgerstand, de z.g. „jeunesse dorée”, die om zich van de „sans-culottes”, de mannen van de Terreur, te onderscheiden allerlei vreemde, kakelbonte, gedeeltelijk aan het „Ancien régime” ontleende costuums droegen. Zij heetten „incroyables” of „muscadins” en droegen een zwarten hoed met de driekleurige kokarde, blauwe das en vest, een buis met groote, witte omslagen en rozeroode en blauwe bloemen, een oranjekleurige gekleede jas, een stroogele broek, witte kousen, lage verlakte schoenen en gele handschoenen.

De linkerhand was gewapend met een reusachtige monocle, de rechter met een zwaren stok, het „pouvoir exécutif”, zooals zij hem noemden, dienende om de Jacobijnen neer te vellen. De dames, „Merveilleuses” genaamd, hadden het model van haar toiletten niet aan het „Ancien régime” maar aan de Grieksche oudheid ontleend : grijzen hoed met een op zij geknoopt gouden koord, een hemelsblauwe sjerp met gelen rand — herinnering aan de godin Iris — die het bovenlijf omvatte en waarvan een lang eind vrij kon wapperen, rooskleurigen rok en grijze schoenen.

< >