Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Iep

betekenis & definitie

Iep - Ulmus. Men onderscheidt verschillende soorten, zooals U. campestris, U. montana, e. a. De in ons land voorkomende is vermoedelijk een kruising van beide, en wordt aangeduid als U. hoilandica. De iep groeit het best op zeer vruchtbaren, vochthoudenden grond, vooral wanneer deze door ophooging diep los is, zooals langs dijken en wegen. Op lichtere gronden ontwikkelt hij zich enkel goed, als de grond vruchtbaar en niet te droog is. De boom is meer geschikt voor laan- en parkbeplanting dan voor boschaanleg.

Hij kan geen schaduw verdragen, is echter goed bestand tegen den wind; vooral is dit laatste het geval met de U. h. monumentalis, een variëteit met steiler opgroeiende takken, die zeer geschikt is voor straatbeplanting en ook op wat lichteren grond kan groeien. De iep wordt in ons land slechts zelden door zaad voortgeteeld, omdat bij geslachtelijke voortplanting niet dezelfde soort wordt terugverkregen. Het zaad rijpt reeds in Mei en moet dadelijk uitgezaaid worden, doch heeft weinig kiemkracht. Jonge planten worden in den regel verkregen door afleggen. Een jaar later zijn de loten voldoende beworteld om verspeend te worden. Voor het kweeken van heesters is herhaald verspenen, telkens op grootere afstanden, noodzakelijk.

< >