Ophooging. - Bij een grondwerk heeft men te doen met ontgraving, afgraving of ingraving en aanvulling of ophooging, naar gelang ter plaatse te veel of te weinig grond aanwezig is. Een o. vereischt meer zorg bij de uitvoering dan een ontgraving, omdat deze het blijvende werk vormt. De soort van grond voor de o. gebruikt, bepaalt de kwaliteit van het toekomstige werk.
Als regel zal b.v. veen in een o. niet verwerkt mogen worden en mul zand niet te verkiezen zijn. Voor waterkeerende werken zal men een kleikist in de o. moeten aanbrengen en op andere plaatsen zal men voorzorgen tegen overmatige inklinking moeten nemen, hetzij door het aanbrengen van de o. in dunne lagen, hetzij door stampen of walsen tijdens de uitvoering. Inwateren voorkomt echter nog het best de inklinking van een o. Een o. door middel van opspuiten is b.v. zeer weinig aan klink onderhevig.