Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Hoofd (strand-)

betekenis & definitie

Hoofd (strand-) - wordt aangetroffen voor die deelen van onze duinenrij, die aan afbrokkeling en uitschuring door het water en aan afwaaiïng door den wind onderhevig zijn. Vertoont een duinrij neiging achteruit te gaan, dan zijn h., om de strooming, die het zand meesleept tegen te honden, gecombineerd met rijsschutten en helmbepooting, die het droge zand vasthouden, het eenige middel om het achteruitgaan te beletten. De afstand der h. onderling regelt zich naar de sterkte van de langs het strand (evenwijdig aan de kust) trekkenden stroom. De kop v. h. h. ligt ongeveer bij de laagwaterlijn, de voet is in het duin verhuld.

De samenstelling is vaak a. v. : op een spreidsel van rijshout wordt steenslag gestort, waarop een steenzetting meestal van pijpen bazalt. Door het tevoren slaan van rijen palen wordt het geheel op zijn plaats gehouden, en een steun voor de steenzetting verschaft. Aan den kop v. h. h. worden eenige dwarse rijen palen geslagen waartusschen zware steenen of betonblokken liggen, om den kop tegen den golfslag te beveiligen. Tegen onderspoeling dezer stortingen is meestal een zinkstuk eronder aangewend. Vaak wordt, om den stroom nog meer te breken een open paalrij, middenop, in de lengte van het h. aangebracht.